De schuld van de Duitsers U kent ze vast; van die mensen die bij elk miniem stukje taart luid roepen: ‘Ooooeh, niet zo’n groot stuk hoor! Dat kan ik nóóóit op!’ In de hoop dat iedereen hoort hoe bescheiden ze zijn. Om vervolgens in no time het stukje taart naar binnen te stampen. Ik doe dat ook, taart naar binnen stampen. Maar dan wel graag een groot stuk. Helaas bestaan grote stukken taart in Nederland niet. In Nederland is het gek om een enorm stuk taart te eten. Men vindt het onbescheiden en gulzig. Lange tijd was ik tevreden met kleine stukjes taart. Ik wist niet beter of er bestonden geen grote stukken taart. Het kwam niet in me op. Dat werd anders toen ik eens in Duisland ging winkelen. Met een vriendin die daar had gewoond. Dat was sowieso al handig, want hoewel ik Duits prima kan verstaan, spreek ik het erg slecht. Sterker nog, de gemiddelde Nederlander spreekt beter Swahili dan ik Duits. ‘Ik ga jou eens kennis laten maken met Kafee und Kuchen,’ zei mijn vriendin en bestelde voor ons beide. Het bleek dat ze in Duitsland helemaal geen last hebben van valse bescheidenheid, de Kuchen zijn er zo groot als een Volkswagenbusje. Ik waande mij dood en in de hemel. Tot ik eens moest bestellen omdat zij even maar de WC was. In mijn afschuwelijke Duits, dat de serveerster duidelijk pijn aan haar oren deed, probeerde ik onze bestelling te doen:. ‘Ig mugte kern kaffe oend koegen,’ zei ik en ze vertrok haar gezicht alsof ik sigarettenpeuken op haar armen uitdrukte. Daarna liep ze naar de vitrine met taarten en gaf haar collega de opdracht om een klein stukje af te snijden: ‘Ein kleines Stück reicht. Es sind Niederländer, die essen gerne kleine Stückchen Torte.’ Om vervolgens mijn dag te verpesten met een Nederlands stukje taart. Ik had er een leesbril bij nodig om het goed te kunnen bekijken. Misdadig. Diezelfde dag zaten we ergens anders ons verdriet te begraven onder nog meer taart (deze keer mocht ik de bestelling niet doen) en werden we aangesproken door een stel Duitsers. Ze gingen graag winkelen in Groningen en vonden dat een erg leuke stad. ‘Maar,’ zeiden ze, ‘jullie stukjes taart slaan echt nergens op. Dat is toch geen taart? Taart hoort zo groot te zijn als een Volkswagenbusje.’ En dan in het Duits. En sinds Duitsland ben ik verpest. Ik ben onbescheiden en gulzig. Ik wil een stuk taart waar ik mijzelf onder kan begraven. Ik wil een dikke laag glazuur, met een nog dikkere laag crème eronder. Daaronder zachte cake met vruchtenvulling. Uitgestald op een etensbord, alwaar het nog maar net op past. Voor de mensen die net als ik gulzig en onbescheiden zijn, maar die nog niet uit de kast gekomen zijn: de huisgemaakte hazelnootschuimgebak van de Konditorei in Roden LIJKT tamelijk bescheiden, maar als je het op hebt moet je met een heftruck de zaak uit getild worden. Een echte aanrader!
Meer Columns Meer Columns
Schrijven doe je zo Schrijven doe je zo
© 2022 Fiona Huisman
De schuld van de Duitsers U kent ze vast; van die mensen die bij elk miniem stukje taart luid roepen: ‘Ooooeh, niet zo’n groot stuk hoor! Dat kan ik nóóóit op!’ In de hoop dat iedereen hoort hoe bescheiden ze zijn. Om vervolgens in no time het stukje taart naar binnen te stampen. Ik doe dat ook, taart naar binnen stampen. Maar dan wel graag een groot stuk. Helaas bestaan grote stukken taart in Nederland niet. In Nederland is het gek om een enorm stuk taart te eten. Men vindt het onbescheiden en gulzig. Lange tijd was ik tevreden met kleine stukjes taart. Ik wist niet beter of er bestonden geen grote stukken taart. Het kwam niet in me op. Dat werd anders toen ik eens in Duisland ging winkelen. Met een vriendin die daar had gewoond. Dat was sowieso al handig, want hoewel ik Duits prima kan verstaan, spreek ik het erg slecht. Sterker nog, de gemiddelde Nederlander spreekt beter Swahili dan ik Duits. ‘Ik ga jou eens kennis laten maken met Kafee und Kuchen,’ zei mijn vriendin en bestelde voor ons beide. Het bleek dat ze in Duitsland helemaal geen last hebben van valse bescheidenheid, de Kuchen zijn er zo groot als een Volkswagenbusje. Ik waande mij dood en in de hemel. Tot ik eens moest bestellen omdat zij even maar de WC was. In mijn afschuwelijke Duits, dat de serveerster duidelijk pijn aan haar oren deed, probeerde ik onze bestelling te doen:. ‘Ig mugte kern kaffe oend koegen,’ zei ik en ze vertrok haar gezicht alsof ik sigarettenpeuken op haar armen uitdrukte. Daarna liep ze naar de vitrine met taarten en gaf haar collega de opdracht om een klein stukje af te snijden: ‘Ein kleines Stück reicht. Es sind Niederländer, die essen gerne kleine Stückchen Torte.’ Om vervolgens mijn dag te verpesten met een Nederlands stukje taart. Ik had er een leesbril bij nodig om het goed te kunnen bekijken. Misdadig. Diezelfde dag zaten we ergens anders ons verdriet te begraven onder nog meer taart (deze keer mocht ik de bestelling niet doen) en werden we aangesproken door een stel Duitsers. Ze gingen graag winkelen in Groningen en vonden dat een erg leuke stad. ‘Maar,’ zeiden ze, ‘jullie stukjes taart slaan echt nergens op. Dat is toch geen taart? Taart hoort zo groot te zijn als een Volkswagenbusje.’ En dan in het Duits. En sinds Duitsland ben ik verpest. Ik ben onbescheiden en gulzig. Ik wil een stuk taart waar ik mijzelf onder kan begraven. Ik wil een dikke laag glazuur, met een nog dikkere laag crème eronder. Daaronder zachte cake met vruchtenvulling. Uitgestald op een etensbord, alwaar het nog maar net op past. Voor de mensen die net als ik gulzig en onbescheiden zijn, maar die nog niet uit de kast gekomen zijn: de huisgemaakte hazelnootschuimgebak van de Konditorei in Roden LIJKT tamelijk bescheiden, maar als je het op hebt moet je met een heftruck de zaak uit getild worden. Een echte aanrader!