Ode aan de droogte
Het is niet netjes om van jezelf te zeggen, maar ik doe het toch: ik ben
lekker. Of beter: ik ben niet alleen gewoon lekker, ik ben een exquise
delicatesse. Voor alle bloedzuigende insecten op de wereld ben ik een
bourgondisch buffet, een extatisch vreetfestijn, de vleesgeworden
natte droom. En hoewel populair zijn me best leuk lijkt, zou ik dat liever
onder een andere doelgroep zijn.
Mijn favoriete accessoire voor de zomer is dan ook niet zo’n leuke sjaal
die je ook tot jurk kunt knopen, of die geweldig mooie boho slippers
met linten en kraaltjes waarmee je op elke boulevard kunt flaneren,
nee. Mijn favoriete accessoire is Deet. Liters Deet. Daarnaast een tube
zalf voor na de prik. De prikwegzalf-fabrieken draaien overuren voor mijn bestellingen. In elke tas zit een tube en in elke ruimte, laatje, sleutelmandje, zelfs in
de auto, liggen tubes paraat.
Ooit was ik op vakantie in Rome. Dat was nog voordat Deet volop verkrijgbaar was. Op een avond belde ik even in een open telefooncel naar huis. (voor de
mensen onder de 20: vroeger zaten sommige telefoons vast aan de muur. Echt. Ik weet het, hoe lééfden wij? En je kon er ook nog eens niks op zien. Behalve
of je kwartje bijna op was. Een kwartje is een soort beltegoed).
Tijdens het gesprek wat best kort was, ben ik 44 keer gestoken door muggen. Op beide benen. De rest van de vakantie bracht ik krabbend en korstjes
pulkend door, de verontruste blikken van andere mensen negerend, die moeten hebben gedacht dat er sprake was van een heftige schurftuitbraak.
Is er iets ergers dan muggen? Yep. Dazen. Dazen zijn van die vliegende grijsbruine langwerpige mini vampieren die op je been landen, onmiddellijk steken en
vervolgens blijven zitten om voldaan een sigaretje te roken. Waarna je ze keihard dood kunt slaan. Wat tamelijk bevredigend is. En ze hebben geen angel,
maar messen waarmee ze je huid opensnijden, zelfs door kleding heen. Gruwelijk.
Laat ik nu allergisch reageren op een beet van een daas. Het begint met een bultje, zoals een muggenbult, waarna die een paar uur later verandert in een
platte, harde schijf van zo’n 10 centimeter in doorsnee. Een schijf die vreselijk jeukt en ongeveer 5 dagen blijft zitten.
Ik ben eens door een zwerm dazen achtervolgd en het enige wat heeft voorkomen dat ik veranderde is een leeggezogen zakje vel en botten, was dat ik meer
dan een kilometer lang woest om me heen gewapperd heb met mijn jas. Dat moet een leuk gezicht zijn geweest voor andere wandelaars. Mijn hond vond het
in ieder geval wel geinig.
En nu hadden we deze zomer. Deze kurkdroge en lange zomer. De natuur en de boeren hebben vreselijk onder de droogte te lijden en de chips wordt de
komende winter waarschijnlijk onbetaalbaar. Maar ik ben nog niet gestoken. Sterker nog, ik heb nog nauwelijks dazen gezien.
Ze houden zich graag in vochtig gebieden op en laten we die gebieden nu een hele tijd niet gehad hebben. De dazen die ik zag vielen paarden lastig en niet
mij en de regen die eindelijk valt komt te laat voor een geheel nieuwe generatie vliegende bloedzuigers.
Dus hoewel ik in het openbaar met een aangeslagen gezicht knik als het over de droogte gaat bezing ik van binnen de dood van de daas.
Met een cheerleadersdansje.
En pompons.